Bestaan is weerstaan

palestina sq.jpg

Door Abdallah Maraqa

Ik ben Nisreen Azzeh, en ik ben 48 jaar oud. Sinds 1994 woon ik in Al-Khalil. Ik verhuist hierheen met mijn man Hashim en sinds die tijd wonen we in dit huis.

Ons huis staat in de wijk Tel Rumeida. Een kleine uitleg: deze kleine wijk ligt dicht bij de historische binnenstad van Al-Khalil en wordt door de Israëlische bezettingsmacht beschouwd als een verboden gebied. Bovendien ligt de wijk in het door Israël gecontroleerde deel van Al-Khalil, bekend als H-2, volgens het Protocol van Hebron dat de Palestijnse autoriteit en de Israëlische regering in 1997 hebben ondertekend. Het Hebron Protocol verdeelde de stad in twee gebieden: H-1, onder controle van de Palestijnse autoriteit (80% van de stad), en H-2, onder Israëlische controle (20% van de stad).

Wonen in deze wijk is niet gemakkelijk. Ook al is het leven moeilijk voor elke Palestijn die onder de bezetting te lijden heeft, toch denk ik dat onze familie verhaal anders is en zijn eigen uitzonderlijke omstandigheden kent. Omdat ons huis naast een Israëlische nederzetting staat, is er elke dag wel een nieuwe uitdaging moeilijker is dan de vorige.

Sinds het jaar 2000, dat het begin markeerde van de Tweede Intifada (Palestijnse opstand) begonnen de dingen drastisch te veranderen. We kregen te maken met afsluitingen voor Palestijnen, beperking van bewegingsvrijheid, en daarbovenop dagelijkse aanvallen van kolonisten die naast ons woonde met als doel ons het leven onmogelijk te maken. Het doel was ons te dwingen ons huis te verlaten, zodat zij hun nederzetting konden uitbreiden. In wezen leven we in een grote gevangenis, waar alles wordt gecontroleerd door de kolonisten die naast ons wonen of door de Israëlische soldaten die er alleen zijn om de kolonisten ter wille te zijn.

Ik was zwanger tijdens de Tweede Intifada en de bevalling begon tijdens de avondklok, toen niemand zijn huis mocht verlaten. Ondanks die avondklok besloten mijn man en ik naar het ziekenhuis te gaan en daarmee brachten we ons leven in gevaar.

Zodra we ons huis verlieten, werden we gevolgd door Israëlische kolonisten die de soldaten op de hoogte stelden om ons te verhinderen te vertrekken en naar het ziekenhuis te gaan. Hashim probeerde het uit te leggen en de soldaten over te halen om ons humanitaire gronden toe te staan om weg te gaan. Het enige wat ik me herinner - afgezien van de pijn - is dat een van de soldaten me aankeek en zij: “Ga terug en sterf maar in je huis. Niemand mag weg.” Begin terug naar Huissen besloten te wachten tot de wisseling van de wacht, hopend dat we dan misschien weg zouden mogen. We wachtten bijna twee uur en proberen het toen opnieuw. Het lukte ons om weg te gaan en veilig aan te komen nu het ziekenhuis, waar ik beviel van mijn zoon Khalid.

Deze verhalen zijn maar een klein deel van ons dagelijks leven met de kolonisten die naast ons wonen. Als ik zou vertellen over alles wat we hier meemaken, heb ik dagen nodig.

Tussen 2000 2003 hebben de kolonisten de hoofdwaterleiding vernield die onze huizen van water voorziet. En vanwege de avondklok die door het Israëlische leger werd ingesteld, konden we het niet repareren. De enige manier om te overleven was door flessenwater te gebruiken om te drinken, elke dag te koken, om schoon te maken en voor andere huishoudelijke behoeften. Twee jaar lang leefde me zo, tot dat de Israëlische maatregelen minder streng werden na de Tweede Intifada.  Pas toen lukte het ons eindelijk om de waterleidingen te repareren.

Na de Tweede Intifada werd het voor ons makkelijker om ons te verplaatsen in de buurt en in de rest van Al-Khalil. Bij mannen ik begon een internationale activisten, bezoekers en toeristen bij ons thuis te ontvangen. Hashim organiseerde voor hen rondleidingen in de Oude Stad en de omliggende gemeenschappen om mensen bewust te maken van het feit dat Palestijnen onderbezetting leven, omdat dit zelden belicht wordt in de media. Tijdens deze rondleidingen delen we ook de authentiek de Palestijnse cultuur, het voedsel en de muziek met onze gasten.

Tot zijn overlijden in 2015 zette Hashim zich hiervoor in. In september 2015 begon een nieuwe opstand in Palestina en de Israëlische soldaten en kolonisten maakten Palestijnen, en dan vooral jongeren, opnieuw tot hun doelwit. Veel Palestijnen werden neergeschoten en gedood door het Israëlische leger, waarbij men dan beweerde dat de Palestijnen hen probeerden aan te vallen. De meeste moorden gebeurden in de buurt waar wij wonen. Het leger en de kolonisten gebruikten buitensporig geweld.

21 oktober 2015 organiseerde Hashim rondleiding voor een groep Franse advocaten in Tel Rumeida. Tijdens de rondleiding schoten Israëlische soldaten traangas bomen af op de Palestijnen die protesteerden bij de Israëlische controlepost, die dient als hoofd ingang van de wijk. Hashim was hartpatiënt en kreeg last van het traangas. Toen de rondleiding was afgelopen, keerde hij met de groep terug naar huis voor de lunch en we allemaal aten samen. De traangaslucht begon echter zo sterk te worden dat we alle ramen moesten sluiten omdat niemand meer tegen kon. De groep vertrok toen, maar Hashim raakte steeds verder vermoeid. Ik belde om een ambulance maar omdat we in een verboden gebied wonen, laat het Israëlische leger de Palestijnse ambulances niet binnen. Onze buren en de broer van Hashim besloten om hem naar de controleposten dragen, waar het leger hen ophield en verhinderde te vertrekken. Toen ze tien minuten later de controlepost mochten passeren, was het te laat. Hashim overleed voordat ze het ziekenhuis bereikten.

Hashim overleed; het laatste wat hij deed was het verhaal delen van Palestijnen die onder bezetting leven.

Het nieuws verspreidde zich snel door Palestina en de wereld. Uit de hele wereld begonnen vrienden van Hashim te vertellen hoe ze hem en zijn familie hadden ontmoet. Ze deelden hoeveel ze van hem hadden geleerd. Het brak ons hart en dat van iedereen die Hashim kende, maar tegelijkertijd was het ongelooflijk om te zien hoeveel mensen van over de hele wereld ons steunden in deze moeilijke tijden. Dat was echter niet het geval voor de kolonisten die naast ons woonden. Zij vierden feest zodra ze hoorden dat Hashim was overleden, draaide muziek oma wilden snoep uit en feliciteerden elkaar dat ze 'van Hashim af waren'.

Na de begrafenis besloot ik dat ik door zou gaan met wat Hashim was begonnen. Ik was vastbesloten dat ik ons huis niet zou verlaten, zelfs niet nadat kolonisten ons bedreigden door te zeggen dat wij de volgende zouden zijn, dat zij zouden zorgen dat wij ons snel bij Hashim konden voegen. Ik woon nu nog in datzelfde huis met mijn vier kinderen Raghad, Younes, Khalid en Hanan. Wij zullen niet vertrekken, wat er ook gebeurt, ondanks de moeilijkheden die we dagelijks ondervinden. Mijn kinderen weten heel goed dat als Hashim hier vandaag was, hij zo trots op hen zou zijn omdat ze zich nog steeds verzetten door hier te wonen.

Ik werk nu bij een NGO om mijn gezin te onderhouden en ik ben ook kunstenaar. Sinds 2000 tekenen en schilderen ik. Ik houd ervan om het dagelijkse leven in Palestina te tekenen of andere kwesties die zich in het land afspelen weer te geven. Ik houd ervan om boodschappen over te brengen door middel van kunst.

 

Vorige
Vorige

Gedwongen migratie van Dìyarbakir naar Athene (deel 1)

Volgende
Volgende

Frontex koopt speedboten en negeert de omstandigheden in Moria