Mijn kleine tas

palestina 1.jpg

Door: Ahmad Abu Monshar

Wat vind je in de tas van een kind: boeken, potloden, schriften en soms speelgoed. Maar de soldaten van de Israëlische bezettingsmacht gebruiken deze tassen zonder enige aanleiding om kinderen te pesten, te onderdrukken, te beschuldigen en zelfs te arresteren.

Kinderen in het H2-gebied van Hebron zijn overgeleverd aan de controleposten. Ze moeten heel voorzichtig zijn met hoe ze zich gedragen, wat ze meenemen in hun tas en hoe de soldaten de inhoud van hun tas kunnen interpreteren. Mira* van 15 vertelt: “Als ik van huis ga, wil ik niet dat iemand mijn tas controleert, want het is mijn enige privébezit en ik vind het niet prettig als iemand erin kijkt.”

Artikel 28.2 van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind vraagt om het “nemen alle passende maatregelen om te verzekeren dat de wijze van handhaving van de discipline op scholen verenigbaar is met de menselijke waardigheid van het kind en in overeenstemming is met dit Verdrag”. Kinderen hebben het recht om veilig naar school te gaan en niet vernederd te worden door soldaten met fysieke controles en mondelinge pesterij. Ondanks dat controleert, arresteert en doodt Israël nog steeds kinderen. 

Mira vertelt ons meer over de hindernissen die ze tegenkomt op weg naar school. “Soms houden soldaten ons tegen en vragen om een ID-bewijs Als we zeggen dat we geen ID hebben omdat we kinderen zijn, controleren ze onze tassen en gooien de inhoud op de grond. En als ze klaar zijn, zijn ze niet zo netjes om de spullen weer in de tas te stoppen.” En ze voegt hieraan toe: “Ze doen dit omdat ze ons hier niet willen hebben, ze willen dat we weggaan.”

In dat kader dacht ik na over wat de kinderen mogelijk ervaren en voelen op weg naar school. Dus besloot ik via een andere route naar kantoor te gaan, zodat ik meerdere controleposten zou moeten passeren. Ik nam eenzelfde soort schooltas mee als de kinderen hebben.  

palestina 2.jpg

Toen ik de eerste controlepost bereikte, haalde diep adem en probeerde mijn zenuwen in bedwang te houden, want anders zou ik er verdacht uitzien. Toen de soldaten de poort openden en ik er naar binnen ging, was ik bang. Ik was me niet bewust van mezelf of van ook maar iets om mij heen; ik probeerde te bedenken hoe ik daar weg zou kunnen komen. Dat gevoel was begrijpelijk; in die ruimte had ik geen enkele controle over mijn leven en wist ik niet wat er zou gebeuren. 

De soldaten zagen me op de camerabeelden binnenkomen, ze gingen staan en wachtten me op. Eén soldaat beval me onmiddellijk om mijn tas af te geven, zodat ze die kon controleren. Ze begon te zoeken naar iets verdachts. Toen ze niets vond, vroeg ze naar mijn ID en daarna liet ze me gaan. 

Toen ik controlepost voorbij was, controleerde ik mijn tas om er zeker van te zijn dat ze er niets in had gestopt wat voor de soldaten bij de volgende post aanleiding zou kunnen zijn om me te arresteren. Godzijdank vond ik niets. Deze kleine ervaring zette me aan het denken over de kinderen die deze controleposten meerdere keren per dag moeten passeren. 

Op een plek waar geen vrede en gerechtigheid is en waar kinderen en ouders niet weten waar ze steun kunnen krijgen om hun rechten op te eisen, zijn onderwijs en scholen het enige pad naar bevrijding. Bij elke zonsopgang werpen soldaten obstakels op voor deze schoolkinderen. 

Vorige
Vorige

Veroordeling van de Turkse militaire bombardementen op burgergebieden in Shengal

Volgende
Volgende

Verbannen en gestigmatiseerd