Grenzen zijn de wonden waaruit Moeder Aarde bloedt

International.jpg

Door Rûnbîr Serkepkanî

De grens snijdt dwars door ons voorouderlijk land in Zagros. Hij gaf ons verdeeldheid, landmijnen, oorlogen en nog meer verschrikkingen. Hij maakte ons tot Irakezen aan de ene kant en Iraniërs aan de andere kant. Zelfs de grondstoffen, de niet-menselijke bevolking van bomen, rivieren en meren, zijn op die manier verdeeld. Er zijn rivieren waarvan men stelt dat de bron Iraans is en waarvan de wateren stroomafwaarts Iraaks zijn. Zo absurd en totalitair is die grens.

Zonder dat we daarin een keus hebben, zijn we allemaal opgegroeid als overtreders van die grens. In zijn jeugd smokkelde mijn oom goederen over die grens. Hij zat daarvoor een jaar in een Iraakse gevangenis wachtend op zijn executie. Het was te danken aan de chaos die ontstond door de Koeweit-oorlog dat hij de kans kreeg om te ontsnappen. Kort nadat hij thuis was gekomen, probeerde hij naar Europa te vluchten. Hij werd meerdere keren gevangen gezet in Griekenland en Turkije en vanuit Griekenland naar Turkije gedeporteerd en van Turkije terug naar Iraaks Koerdistan.

Toen hij uiteindelijk Zwitserland bereikte, moest hij jarenlang wachten op asiel - tevergeefs. Hij reisde naar Calais en bleef daar een tijdje voordat hij Engeland binnen mocht, waar hij een tijdelijke verblijfsvergunning kreeg die niet werd verlengd. Ondertussen was hij vader geworden. Een van zijn kinderen werd geboren op een vliegveld voordat hij het VK binnenkwam. Nog voor hij 40 werd raakte hij uitgeblust; hij vroeg vrijwillige terugkeer aan en is nu weer terug in het dorp.

Het verhaal van mijn oom staat niet op zichzelf. Mijn vriend Huner was de knapste jongen in onze buurt. We waren allemaal jaloers op zijn populariteit bij de meisjes. Hij sprak niet veel. Tegen de tijd dat hij 15 jaar was, had hij Koerdistan verlaten en werkte als mensensmokkelaar tussen de Griekse en Turkse grens. Na een paar jaar werd hij gearresteerd en zat acht jaar in de gevangenis. Dat gebeurde allemaal voordat hij 25 jaar werd.

In Istanbul ontmoette ik toevallig Cebar - een oude trouwfotograaf uit Raniya. De Koerdische vrouw die in een Scandinavië woonde, was met hem getrouwd. Ze liet hem een berg goud voor haar kopen en dumpte hem toen. Met een gebroken hart en kaal geplukt van al zijn spaargeld vertrok hij naar Istanbul. Hij ging samen met een van mijn andere jeugdvrienden naar Café Bosnia in Aksaray.

Hun huid was een rood van de alcohol en ze stonken naar sigaretten. Ze spraken over hun avonturen in vijfsterrenhotels in de steden aan de Turkse zuidkust. Ze waren allemaal mensensmokkelaars geworden. Zonder zich zelfs maar af te zonderen, hadden ze het in getallen en dollars over nefers - passagiers - alsof ze niet met echte mensen te maken hadden maar met dieren die naar het slachthuis werden vervoerd om tot kebabs te worden verwerkt. Ik had geen trek meer in mijn biertje met die jeugdvriend en de trouwfotograaf daar in het café en verliet het stel zonder enig verlangen hen ooit weer te zien.

Ik wist toen nog niet dat ik later in Griekenland rechtszaken zou gaan bijwonen tegen mensen die werden beschuldigd van mensensmokkel. Studenten, slachtoffers van bedrijfsongevallen, verarmde migranten en andere mensen die de boten bestuurden waarop migranten werden vervoerd, ongeacht of ze het voor geld deden of niet - ze stonden daar te wachten op een zware straf. Hopend op mildheid van de rechter, goede prestaties van hun advocaat of een goed humeur van de aanklager, zodat er rekening zou worden gehouden met hun verzachtende omstandigheden, zoals goed gedrag, armoede, jeugdige leeftijd en dergelijke. Vrijspraak was net zo zeldzaam als water op de maan of haaien in de Egeïsche Zee.

Ze zat achter in de rechtszaal, wachtend op de rechtszaak van haar man. Hij had het voor haar gedaan. Ze hadden het geld niet voor een overtocht over de Egeïsche Zee voor hen beiden, maar als hij de boot bestuurde en die teruggebracht dan zouden ze beiden gratis aan boord mogen gaan van een sloepje naar Griekenland. Het lukte hem niet. Ze was hem nu vier jaar kwijt. Zij had Duitsland al bereikt en daar asiel gekregen. Ze wachtte tot het pleidooi van haar man door de rechter gehoord zou worden.

Toen hij tot nog 21 jaar extra in de gevangenis werd veroordeeld, stonden de bewakers hen even toe om in elkaars armen te huilen. Daarna namen ze hem mee. Zij bleef achter met dikke tranen die over haar wangen biggelden. Die dag had de rechter geen goede bui. Iedereen kreeg zware straffen en hoge boetes.

Tegen de tijd dat hij vrijkomt, zal haar man 50 zijn. Zoveel kostbare jaren, zo vol kostbare levens, verpulverd door het Griekse rechtssysteem, terwijl Griekse regering zelf ook aan mensensmokkel doet. Zo'n 10.000 migranten zijn het afgelopen jaar illegaal en systematisch teruggesleept naar Turkse wateren op reddingsvlotten en op andere manieren. De helden die door de Griekse regering en de Europese Unie worden bejubeld voor het arresteren van 'mensensmokkelaars' zijn dezelfde kustwachters die kwetsbare migranten illegaal terug smokkelen naar Turkije.

Overal waar er een grens is, is er een wonde waaruit Moeder Aarde bloedt samen met al haar kinderen, en uit die snee sijpelt ook het bloed van de Waarheid. Wij moeten al die kostbare levens in gedachten houden, al die kostbare dromen die werden verdronken in de zee of opgesloten tussen de muren van gevangenissen en concentratiekampen. Degenen die verantwoordelijk zijn voor dit lijden zullen door ons aansprakelijk worden gesteld - want wij vergeten niet. Wij blijven niet onkundig van het lijden van Moeder Aarde en al haar kinderen dat veroorzaakt wordt door grenskolonialisme. Er komt een dag dat Zagros en de Egeïsche Zee deel uit zullen maken van dezelfde onverdeelde Aarde zonder overtreders, bewakers en smokkelaars.

Vorige
Vorige

Kritiek op veroordeling van een Syrische vluchteling op Lesbos

Volgende
Volgende

Interview met Arref Hammad uit Sheikh Jarrah